Door Marcel Warenburg
Naam: Pascal en Carla van den Schoor
Bedrijf: MTS van den Schoor-Soers
Elke ochtend om kwart over zes is Pascal uit de veren. Vanuit de buurtschap Schoor rijdt hij naar zijn kippenbedrijf aan de Eindhovensebaan. Even checken hoe het met de hennen gaat. Of ze wel genoeg water en voer hebben. Of het klimaat in de stal is zoals het hoort. Even voor achten is hij weer thuis op Roeven om met vrouw en kinderen te ontbijten. “In principe zou ik niet zo vroeg hoeven op te staan. Via een computergestuurd systeem kan ik namelijk ook thuis via de iPad controleren hoe het in de stallen gaat. Maar ik wil het toch liever met m’n eigen ogen zien. Dat voelt beter en daarbij sta ik niet graag voor verrassingen.”
Pascal van den Schoor hoor je niet klagen. Zijn pluimvee is zijn boterham en daar moet hij nu eenmaal hard voor werken. Daar staat tegenover dat hij de vrijheid heeft om zelf zijn tijd in te delen en dus ook andere keuzes te maken. De geboren Nederweertenaar is er eerlijk en realistisch over. Hoeveel plezier hij ook aan zijn vak beleeft, het bedrijf is niet zijn leven. Dat is zijn gezin. Zijn vrouw Carla die als mede-eigenaar de administratie doet en daarnaast als doktersassistente werkt in SJG Weert. En zijn zoon Dirk en dochter Janne die al hard op weg zijn richting volwassenheid.
Nadat Pascal in 1994 zijn opleiding agrarische bedrijfskunde had afgerond, stapte hij in de maatschap van zijn vader. Een klein gemengd bedrijf met 120 zeugen, 500 vleesvarkens en een bescheiden stal met opfokkippen. Bij elkaar te klein om met twee gezinnen van te leven en dus huurde Pascal aan de Eindhovensebaan de stal van een oom. Toen in 1997 de varkenspest uitbrak en de varkens preventief werden geruimd, besloot hij alleen met kippen verder te gaan. Weer die eerlijkheid: “Het opfokken van varkens is eigenlijk nooit mijn ding geweest. Het proces om technisch optimaal te draaien, heb ik onvoldoende in de vingers. Die feeling heb ik wel met kippen. En dus was de keuze snel gemaakt.”
Verdeeld over drie grote volièrestallen worden bij de familie Van den Schoor 160.000 eendagskuikentjes in zeventien weken opgefokt tot leghennen. Om een goede weerstand op te bouwen, worden de hennen regelmatig geënt tegen dierenziektes. Eenmaal afgeleverd bij legbedrijven worden de lege stallen grondig gereinigd en weer met nieuwe kuikens gevuld. “De voldoening zit ‘m vooral aan het einde van de cyclus. Als je het resultaat ziet van je strakke planning. Gezonde leghennen die met het juiste gewicht de stal verlaten. Klaar om bij mijn klant eieren te gaan leggen. Daar word ik blij van.”
Gezonde leghennen die met het juiste gewicht de stal verlaten. Klaar om bij mijn klant eieren te gaan leggen. Daar word ik blij van”
Als moderne pluimveehouder doet hij wat er maatschappelijk van hem wordt gevraagd. Dierenwelzijn en milieu zijn de pijlers van zijn bedrijf. In 2001, ruim tien jaar voor het verbod op de kooi-opfok introduceerde Pascal al een alternatieve opfokstal. Nivo-Varia heet dit systeem waarbij de opfokhennen vrij kunnen scharrelen en op verschillende etages het voer en water tot zich nemen. Daarnaast werkt hij met zonnepanelen en droogt een warmtewisselaar de mest die in Moerdijk tot stroom wordt omgezet. “Natuurlijk leven er nog misverstanden, met name rond de uitstoot van fijnstof en ammoniak. Ik zeg: daar zit niet het probleem voor onze sector. Met de technieken van vandaag de dag is dat prima op te lossen. De uitdaging is veel meer om maatschappelijk goed uit te leggen wat we doen. Ik heb daar overigens geen enkele moeite mee, dat doe ik met alle plezier.”
Pascal van den Schoor geniet van het boeren in Nederweert. Van hard werken voor zijn boterham. En van de vrijheid. “Toen de kinderen nog op de basisschool zaten, ging ik als klassenouder mee op schoolkamp en met uitstapjes. Verder voetbal ik al bijna mijn hele leven bij Merefeldia, tegenwoordig bij de veteranen. Mijn zoon voetbalt er in de jeugd. Mijn dochter speelt basketbal bij Jumping Giants. Ook dáár maak ik graag tijd voor. Als ik weg moet, neemt mijn knecht Niek het over. Hij komt hier al sinds zijn twaalfde. Een vakman die ik blind kan vertrouwen.”