Door Marcel Warenburg
Naam: Harm en Veerle Gielen
Bedrijf: Landbouwbedrijf Gielen
Ruim twee uur duurde het laatste bezoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aan zijn varkens- en akkerbouwbedrijf in Nederweert. Na afloop drukte de inspecteur hem de hand en zei: ‘Mijnheer Gielen, alles is in orde. U behoort tot de netste bedrijven die ik heb bezocht.’
Harm Gielen glundert als hij dit vertelt. Natuurlijk kwam het oordeel van de NVWA niet als een verrassing. Maar het voelt goed om de officiële waardering te krijgen voor al die arbeid en energie die hij dagelijks met zijn vrouw Veerle in het familiebedrijf steekt. Een bloeiende onderneming met 600 fokzeugen, 4000 vleesvarkens en nog eens 50 hectaren akkerbouw in een samenwerkingsverband, verspreid over twee locaties aan de Heijsterstraat en Laarderkapeldijk. “Het bedrijf draait alleen goed als de dieren zich goed voelen”, zegt Harm. “Die twee zaken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als mijn varkens het slecht hebben, kan ik als varkenshouder nooit het mooie product leveren waar de consument om vraagt. Zo simpel is het.”
Het is heel simpel”, zegt hij. “Dit is ons leven, dit is onze trots. Ik zal hiermee doorgaan tot de laatste snik.”
En dus onderneemt de familie Gielen volgens het keurmerk Keten Duurzaam Varkensvlees (www.ketenduurzaamvarkensvlees.nl) Oftewel: met oog en aandacht voor het dierenwelzijn én milieu. Harm licht toe: “Dat betekent bijvoorbeeld dat de dieren voldoende ruimte en afleiding hebben in de stal, dat er geen biggen worden gecastreerd en dat we zeer terughoudend zijn in het gebruik van antibiotica. De consument weet precies wat er op zijn bord komt; het vlees dat volgens dit keurmerk wordt geproduceerd, is niet alleen smaakvol maar ook volledig traceerbaar. Wat het milieu betreft, voldoen we aan de strengste richtlijnen. Zo hebben we speciale luchtwassers om de uitstoot van ammoniak en fijnstof te beperken. En geloof me: daarin ben ik geen uitzondering. Binnen Europa lopen we in ons land voorop. De agrarische sector in Nederweert voldoet aan de hoogste normen.”
Hij was voorbestemd om boer te worden en hij vindt het heerlijk om te boeren. Samen met zijn vrouw Veerle die de pasgeboren biggetjes verzorgt in de kraamstal geniet hij van het ondernemerschap. Van de vrijheid om zijn eigen keuzes te maken. Van het buitenleven. Maar bovenal van zijn kroost; dochter Elise en zoon Daan. Hij vindt het heerlijk om de kinderen dicht in de buurt te hebben, op de boerderij waar hij in 1972 werd geboren en waar tientallen jaren geleden de basis voor zijn ondernemerschap werd gelegd. “Mijn vader woont vlakbij en komt nog elke dag meehelpen.”
In de jaren dertig van de vorige eeuw begon opa Antoon aan de Heijsterstraat met melkkoeien en akker- en grasland om het veevoer op te verbouwen. Vanaf 1970 verruilde zijn zoon Jac de koeien voor varkens en sinds 2001 staat Harm als derde in de bloedlijn aan het roer. Net als zijn voorouders combineert hij de varkenshouderij met akkerbouw; tegenwoordig suikerbieten, wintertarwe, snijmaïs,consumptieaardappelen en cichorei, een plantje waar zoetstof uit gewonnen wordt. “Een stukje risicospreiding”, zo verklaart de geboren Nederweertenaar die nevenactiviteit.
Onder zijn leiding maakte het varkensbedrijf een behoorlijke groei door. “Opschaling was noodzakelijk om te kunnen overleven”, zegt hij. “Er is veel veranderd, de richtlijnen zijn veel strenger geworden. De aanpassingen die we hebben moeten doen voor het dierenwelzijn en milieu hebben de kostprijs behoorlijk opgeschroefd. Schaalvergroting is de enige manier om die investeringen terug te verdienen. Als mensen beweren dat dit ten koste is gegaan van het dierenwelzijn, dan zeg ik: ‘Nee, integendeel.’ Aantallen dieren zeggen niets. Sterker nog: met alle normen waar we tegenwoordig aan moeten voldoen, is het voor de dieren alleen maar beter geworden. En wat de toekomst betreft, zal die lijn zich alleen nog maar verder voortzetten. Ook wij blijven meegroeien met de maatschappelijke wensen.”
Het bedrijf, het huis, de kinderen; het zijn vaak lange en hectische dagen, maar Harm en Veerle kunnen zich geen mooier bestaan wensen. “Het is heel simpel”, zegt hij. “Dit is ons leven, dit is onze trots. Ik zal hiermee doorgaan tot de laatste snik.”
Buiten op het erf speelt zijn zoontje. Op de vraag wat hij later wil worden als hij groot is, wijst de kleine Daan naar een oudere man op de tractor? “Opa.”