Voorbeelden zijn er te over. De broers uit Heusden willen het gebruik van antibiotica tot 0 terugdringen. Een missie die alleen kan slagen als de biggen kerngezond zijn. Maartin licht toe: “Dat begint, net als bij mensen, bij gezonde voeding. Het voer wordt bij ons gefermenteerd. Dat wil zeggen dat we naast warm water melkzuur toevoegen aan het graanvoer. Vergelijk het met het drankje Yakult. De melkzuurbacteriën doen hun werk en bevorderen de darmflora. Bij varkens werkt het precies zo.” Broer Leon vult aan: “Daarnaast doen we er alles aan om ziektes buiten te deur te houden. We hebben een eigen oplegger waarin we onze biggen vervoeren. Daar komen geen andere dieren in.”

Na de geboorte worden de biggen grootgebracht tot 30 kilo, waarna ze in Duitsland worden verkocht voor de verdere opfok tot vleesvarken. Om het hele proces zo goed mogelijk te laten verlopen, hebben de broers Van der Velden de taken strak verdeeld. Moeilijk was dat niet. Ze voelen en vullen elkaar immers perfect aan. Leon is van de techniek en werkt het liefst met zijn handen. Maartin regelt het papierwerk en stippelt de koers uit. Samen ontgaat er hen niets. Bij De Neulen worden alle vorderingen gemonitord en binnen het team besproken. Leon: “Elke big heeft een nummer. De computer houdt exact bij wat ieder dier aan voer nodig heeft. En dat wisselt, afhankelijk van de levensfase en de conditie. Een dragende zeug heeft andere etensbehoeften dan een jonge big. Zoals gezegd; het zijn net mensen.”

Moeder Toos begon in 1976 met de opfok van vleesvarkens bij hun ouderlijk huis in Heusden. Vader Rini werkte in die tijd nog bij een loonwerker. In de jaren negentig sloegen ze hun vleugels uit naar Ospel. Vanuit de Waatskamp streken ze neer op de huidige locatie aan de Neulensteeg. Leon weet het nog als de dag van gisteren. Het was in 1996, het jaar waarin hij van school kwam. “Die winter stond ik hier de stalboxen te lassen. Van het storten van de fundering tot de inrichting van de stallen; als familie hebben we het bedrijf helemaal zelf opgebouwd. Dat is toch wel mooi.”