Door Bas Poell
We staan er eigenlijk nooit bij stil. Hoeveel mensen er direct en vooral indirect afhankelijk zijn van de agrosector in Nederweert. Als onze veehouders en akkerbouwers vandaag zouden stoppen met hun boerenbedrijf, zou onze lokale economie als een kaartenhuis instorten en kwamen honderden banen op de tocht te staan.
Nergens anders in ons land is het economische belang van de agrarische sector groter dan in Nederweert, de gemeente die van oudsher innig verbonden is met de landbouw. De boeren zorgen niet alleen voor ons voedsel, maar zijn ook de spil in onze welvaart. Ze genereren ongelooflijk veel banen. Geld dat we nodig hebben om onze gezinnen te onderhouden en het leven te leiden dat we graag willen.
Neem alleen al Paul Smolenaers, varkenshouder in Nederweert. Om zijn boerenbedrijf anno 2018 met succes te kunnen runnen, heeft Paul de hulp en expertise nodig van vele ondernemers en specialisten. “De dierenarts, voerleverancier en stalinrichter. Een handelaar en transporteur. De aannemer en elektricien. De slachterij. Een loonwerker die mijn land bewerkt. De bank en de accountant. En dan heb ik het nog niet eens gehad over alle adviseurs die ik nodig heb om te kunnen voldoen aan de steeds strenger wordende eisen op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Al die bedrijven en bureaus zijn voor hun omzet afhankelijk van de agrarische sector. En wij van hen. We kunnen niet zonder elkaar.”
Het belang van onze agrosector wordt vaak nog onderschat. “Veel mensen weten niet hoeveel werkgelegenheid er omheen hangt. Een van de drie vrachtwagens die je in Nederweert op de weg ziet, is geladen met agrarische producten of producten die voor boeren bestemd zijn”, zegt Hans Corsten. Hij is secretaris van het Gebiedsbureau Weert-Nederweert-Leudal, het centrale loket voor alle vragen in het buitengebied rond landbouw, natuur, water en recreatie. Binnen het regionale samenwerkingsverband Keyport 2020 constateerde Hans enkele jaren geleden dat de agrarische sector in Midden-Limburg niet de prominente aandacht en dus ook niet de financiële middelen kreeg die ze verdient. “Ik kreeg het belang en de waarde van de sector niet uitgelegd en dat irriteerde me. Daarom zijn we samen met HAS Kennistransfer en Agridirect een uitgebreid veldonderzoek gestart. De resultaten van deze studie, uitgevoerd en in 2014 gepresenteerd als afstudeeropdracht door studenten van de HAS in Den Bosch, brachten een kentering teweeg in de beeldvorming en zette de agrarische sector als volwaardig gesprekspartner op de kaart.”
Dankzij het Keyport-onderzoek kan niemand meer om de boeren heen. Het staat nu zwart op wit. Agrarische en aanverwante bedrijven in Midden-Limburg hebben samen een bruto toegevoegde waarde van 1,3 miljard euro. Anders gezegd: van elke euro die in deze regio wordt verdiend, komt maar liefst twintig eurocent uit de agrosector. In de gemeente Nederweert, waar de meeste landbouwbedrijven gevestigd zijn, ligt dat percentage nog een stuk hoger. 28% van alle banen in Nederweert is direct of indirect gerelateerd aan de agrarische sector. Neem Stienen Bedrijfselektronica, marktleider op het gebied van klimaatbeheersing in de stal. Eierverwerker Egga Food. Op t’ Root Landbouwmechanisatie & Melktechniek. Swaans Beton, wereldwijd producent van betonvloeren voor varkens- en koeienstallen. Of iets verderop in de regio: Machinefabriek Van Aarsen in Panheel, producent van voerfabrieken voor varkens en kippen. Grodan in Roermond, fabrikant van steenwolpotten voor de teelt van paprika’s en komkommers. Of veredelaar Nunhems Zaden in Leudal dat nieuw, hoogwaardig plantmateriaal ontwikkelt voor tuinders in de hele wereld. Allemaal bedrijven die afhankelijk zijn van de agrarische sector en onze lokale en regionale economie sterk houden.”
Als er te weinig agrariërs zijn, is er voor agrarisch gerelateerde bedrijven geen reden meer om in deze gemeente te blijven
Richting de toekomst is een krachtige sector van belang voor Nederweert, stelt Hans Corsten. Waar de landbouw oorspronkelijk een belangrijke maatschappelijke functie vervulde, is de nadruk steeds meer op het economisch belang komen te liggen. Daarbij gaan we ons steeds meer realiseren dat aan het succes van voortdurende verhoging van de productiviteit ook nadelen zitten. Deze nadelen zijn niet alleen met nieuwe technologie op te lossen. De eisen vanuit de maatschappij nemen toe en de ruimte om daarop in te spelen is voor de individuele ondernemer beperkt. Die zit vast aan de wijze waarop we alles hebben georganiseerd en geregeld. We houden de problemen als het ware georganiseerd in stand.
“Als er te weinig agrariërs zijn, is er voor agrarisch gerelateerde bedrijven geen reden meer om in deze gemeente te blijven. Het in juni in opdracht van Keyport gepresenteerde HAS-onderzoek “toekomstbestendigheid Agrofoodcluster” toont aan dat onderzoek en innovatie plaatsvinden op die plek waar de vooruitstrevende ondernemers zitten. Dit is hun thuisbasis, hier ontwikkelen en testen ze nieuwe innovaties. Dicht bij de boeren. Zonder die voedingsbodem zouden ondernemers hun producten niet kunnen vermarkten in het buitenland. Daar ligt dan ook een flinke uitdaging. Nu het aantal boerenbedrijven afneemt, moeten we alle zeilen bijzetten om die lokale basis sterk te houden.”
Maar hoe doe je dat? Volgens Hans Corsten is het belangrijk dat boeren en ondernemers in het MKB en de industrie elkaar gaan opzoeken. Om de agrarische sector financieel sterk en gezond te houden zijn andere verdienmodellen nodig, zo stelt minister Schouten in haar toekomstvisie op de landbouw. Kansen liggen er met name in het hergebruiken van reststromen in de veehouderij en akkerbouw. “Links en rechts ontstaan er op dit terrein al prachtige kruisbestuivingen. Een bedrijf in Weert heeft bijvoorbeeld een speciale techniek ontwikkeld om algen te telen op spuiwater; vloeibare, stikstofrijke kunstmest die uit de luchtwassers komt van veehouders. Omdat algen barsten van de eiwitten zijn ze bijzonder geschikt voor in het veevoer. Veehouders hoeven straks geen soja meer te bestellen in het verre buitenland, ze kunnen dan gebruikmaken van een eiwitvervanger dicht bij huis. En zo snijdt het mes aan twee kanten en houden we onze lokale economie vitaal.”