Het hart bij de dieren

‘Zijn we als boeren op de goede weg als het gaat om het welzijn van onze dieren en hoe kijkt de burger hier tegenaan?’ Met die centrale vraag togen drie boeren van Nederweert onlangs naar Gelderland voor een gesprek met dr. ing. Hans Hopster, senior onderzoeker Dierenwelzijn van Wageningen University & Research.

Zeker als het om dierenwelzijn gaat, is het maatschappelijk debat de laatste jaren behoorlijk verhard. Het beeld dat zich via social media opdringt is dat boeren zich niet zouden bekommeren om hun vee. De stallen zijn te massaal, de leefruimte en het comfort van de dieren te beperkt, zo klinkt het regelmatig.

Zoals zo vaak is de werkelijkheid anders. De feiten spreken voor zich. Boeren zijn zéér begaan met het welzijn van hun dieren, zo blijkt uit een recent publieksonderzoek door de Raad voor Dieraangelegenheden. Een grote middengroep in onze samenleving vindt dat de dieren op de boerderij veel meer aandacht en zorg krijgen dan 25 jaar geleden en ook beter worden beschermd. Daarbij lopen Nederlandse veehouders wereldwijd voorop als het om dierenwelzijn gaat.

De Boeren van Nederweert herkennen zich volledig in de uitkomsten van dit onderzoek. “Het is heel simpel: als wij niet goed voor onze dieren zouden zijn, zijn de dieren ook niet goed voor ons. Dan is er voor ons geen boterham te verdienen, dan hebben wij geen toekomst. Daarom zorgen we ervoor dat het onze kippen, varkens en koeien aan niets ontbreekt. Oftewel: de beste kwaliteit voer, een optimaal klimaat in de stal, voldoende bewegingsvrijheid en ruimte voor afleiding”, vertelt bestuurslid Victoire Salimans namens de Boeren van Nederweert.

Opschaling

Ook over de omvang van moderne stallen bestaan nog veel misverstanden. Zoals zoveel sectoren (denk aan scholen, ziekenhuizen of huisartsenpraktijken) is ook de landbouw de laatste jaren opgeschaald. “Maar wat de meeste mensen niet weten is dat het aantal dieren in Nederland gelijk is gebleven. Voor elke grote stal die er gebouwd wordt, worden er elders namelijk kleinere stallen afgebroken. De nieuwe, grotere stallen voldoen aan de modernste eisen rond welzijn en milieu. Ze bieden de dieren meer ruimte en comfort. Tegelijkertijd is de uitstoot van ammoniak en fijnstof door het gebruik van luchtwassers en andere technieken fors verminderd, hetgeen een grote winst oplevert voor het milieu”, zo verduidelijkt Bennie Aarts van De Geitenfarm in Nederweert-Eind.

Betere communicatie

Volgens senior onderzoeker Hans Hopster van Wageningen University & Research blijkt uit de publieksenquête dat de meeste burgers weinig moeite hebben met grote stallen, zolang het welzijn van de dieren maar wordt gegarandeerd. Waar het in zijn ogen nog wel aan schort, is de communicatie over wat er in de stal allemaal gebeurt. Hopster drukt boeren dan ook op het hart om open en duidelijk uit te leggen wat ze doen op het gebied van dierenwelzijn. En dat is precies wat de Boeren van Nederweert nu doen. “Sterker nog: dat is de reden waarom we ons hebben verenigd. We hebben voor niemand geheimen, vertellen graag het eerlijke verhaal”, aldus Victoire Salimans.

Bij het maken van keuzes, is het vaak zoeken naar de juiste balans tussen dierenwelzijn en milieu"

Verschil in beleving

Als het om het welzijn van dieren gaat, praten boeren en burgers nog wel eens langs elkaar heen. Dat komt omdat hun referentiekader anders is, stelt de senior onderzoeker van de Wageningse universiteit. Bij dierenwelzijn denken veel mensen logischerwijs als eerste aan hun eigen huisdier; een hond of kat met een eigen naam, karakter en persoonlijkheid waaraan je gehecht bent. Voor een veehouder draait dierenwelzijn om het vee in zijn stal; dieren die voor de productie van melk, eieren of vlees zorgen. Dat is een ander vertrekpunt. Een boer moet de productie op gang houden en de kwaliteit leveren waar de consument om vraagt. Dat kan alleen maar met heel veel toewijding voor de dieren waarmee hij dagelijks werkt. Zonder dat de emotie de overhand kan krijgen. Een boer weet namelijk als geen ander: er komt een moment dat de cyclus voorbij is en hij afscheid moet nemen van zijn dieren.

Financiële risico’s

In deze tijd van schaalvergroting en zo efficiënt mogelijk produceren zijn agrariërs meer dan ooit bezig met het welzijn van hun vee. Alleen door goed te zorgen voor hun dieren kunnen ze met hun bedrijf een mooi rendement behalen. Boeren staan dan ook zeker open voor innovaties die het dierenwelzijn verbeteren, zoals het Beter Leven Keurmerk. De vernieuwingen daadwerkelijk realiseren blijkt in de praktijk vaak lastig gezien de forse investeringen die hiermee gepaard gaan. Investeringen die voor de boer alleen terug te verdienen zijn wanneer hij door retailers wordt gecompenseerd met een hogere productprijs. Een garantiestelling van vijf jaar om uit de kosten te komen. Zolang dat niet gebeurt, moeten veel boeren de innovatieslag noodgedwongen aan zich voorbij laten gaan.

Dilemma’s

En dan hebben we het niet eens gehad over de investeringen die nodig zijn in duurzaamheid, in een schone leefomgeving voor de burger. Senior onderzoeker Hans Hopster signaleert dat de maatschappelijke aandacht langzaam verschuift van dierenwelzijn naar milieu. Ook de boeren van Nederweert doen er alles aan om de overlast van fijnstof en ammoniak zo beperkt mogelijk te houden. Boer Simon van Loon: “Bij het maken van keuzes, is het vaak zoeken naar de juiste balans tussen dierenwelzijn en milieu. Eenvoudig is dat niet omdat beide belangen soms op gespannen voet staan met elkaar. Ter illustratie: als je ervoor kiest om je kippen vrij te laten scharrelen, scoor je bonuspunten op het gebied van dierenwelzijn. Maar tegelijkertijd is het voor het milieu juist een slechte zaak omdat scharrelkippen voor meer uitstoot van fijnstof zorgen. Tja, wat is dan de juiste keuze als je het nooit helemaal goed kunt doen?”