Dierenarts Karien Koenders van Lintjeshof

Benieuwd naar wat er in deze 21e eeuw op een boerderij gebeurt? Wie er werken en wat ze doen? De vereniging Boeren van Nederweert zet de staldeuren wagenwijd open. Vandaag deel 2 in de serie ‘Boerenverhalen van eigen bodem’: Karien Koenders (44) uit Ospel, dierenarts en adviseur gezondheidsprogramma’s bij dierenartsenpraktijk Lintjeshof in Nederweert.

Vroeger had elk dorp zijn eigen dierenarts. Een man van statuur die alleen op de boerderij kwam als de dieren ziek waren of als er een keizersnede nodig was om een kalf ter wereld te brengen. De dierenarts had gestudeerd, de boer niet. En dus stelde niemand vragen. De zieke dieren werden behandeld en als ze niet snel genoeg opknapten, kwam de dokter met zijn koffertje penicilline nog een keer terug. Koeien, varkens, kippen, honden, geiten, schapen: de dierendokter van weleer behandelde alle dieren.      

Hoe anders gaat dat tegenwoordig. Boer en dierenarts staan als ondernemers en kennispartners naast elkaar. Ze delen hun expertise, houden de vinger aan de pols en bekijken samen hoe ze het vee zo gezond mogelijk kunnen houden. Ziektepreventie wordt in de veehouderij met hoofdletters geschreven. Als de boer goed is voor de dieren, zijn de dieren immers ook goed voor hem. Een koe die niet ziek wordt, produceert immers meer melk. Een varken meer vlees. Een legkip meer en betere eieren. En dus draait anno 2022 alles op de boerderij om hygiëne en dierenwelzijn. Alles wordt uit de kast gehaald om ziektekiemen op afstand te houden en het klimaat in de stal zo aangenaam mogelijk te maken. Medicijnen worden pas ingezet als er écht geen andere oplossing is. En zelfs dan moet het gebruik wettelijk tot in detail worden geregistreerd en verantwoord. 

Moderne techniek

Neem varkenshouder Harm Gielen uit Nederweert. Minimaal vijftien (!) keer per jaar opent hij zijn staldeur voor dierenarts Karien Koenders (tegenwoordig zijn er meer vrouwelijke dan mannelijke dierenartsen). Zij is gespecialiseerd varkensarts bij Lintjeshof, een toonaangevende dierenartsenpraktijk voor de agrarische sector in Nederland.

Elke vier weken komt de Ospelse voor een klinische inspectie bij de familie Gielen. “Dan kijk ik hoe het gaat met de fokzeugen en vleesvarkens. Net zoals bij een mens zie je het aan een dier direct als  het zich niet lekker voelt.  De kleur, de stand van de ogen, de geluiden en vooral het gedrag. Daarnaast hebben we tegenwoordig steeds meer de beschikking over de moderne techniek om te achterhalen wat er aan de hand is. Denk aan warmtecamera’s en klimaatmonitoren. Bij de dieren van de familie Gielen is het gelukkig prima in orde”, vertelt Karien die ook voorzitter is van de landelijke dierenartsenvereniging.

Ik was altijd al geïnteresseerd in biologie, in hoe alles functioneerde in de natuur. "

Bedrijfsblindheid

Na een uitgebreide ronde door de stal bespreekt zij haar bevindingen met de ondernemer. Ook de voerleverancier en de fokkerijadviseur worden bij dit overleg betrokken omdat ook zij een belangrijke rol spelen in de ziektepreventie. “We kijken integraal naar de gezondheid van de dieren zodat Harm de bedrijfsvoering waar nodig kan bijsturen”, vertelt de dierenarts.

Zonder Karien zou boer Harm naar eigen zeggen nergens staan met zijn bedrijf. “Dat heeft alles te maken met bedrijfsblindheid. Doordat je altijd alleen maar met je eigen dieren bezig bent, neem je niet alles waar. Karien komt bij verschillende ondernemers en ziet de verschillen. Met haar expertise maakt ze voor mij het verschil. Ik zie meteen als er iets niet klopt met de dieren, Karien kan vaststellen wat er aan de hand is. Daarnaast komt ze drie keer per jaar om preventief bloedmonsters af te nemen.

Uit de bloedwaarden kunnen we afleiden of de dieren gezond zijn. Als het om ziekte gaat, zitten we dus echt aan de voorkant. Voorkomen is immers altijd beter dan genezen”, zegt de varkenshouder aan de Heijsterstraat die zelf de benodigde diploma’s heeft om zijn dieren te vaccineren.

Dicht bij huis

Karien Koenders wist op haar vijfde al dat ze dierenarts wilde worden. “Bij mijn moeder thuis in Mierlo hadden ze een melkveebedrijf. Als ik daar aan het spelen was, zag ik de dierenarts wel eens aan het werk. Dat vond ik machtig interessant. Ik was altijd al geïnteresseerd in biologie, in hoe alles functioneerde in de natuur. Daar wilde ik graag iets praktisch mee doen.”

Naast haar werk als dierenarts, ontwikkelt de Ospelse innovatieve en wetenschappelijk getoetste programma’s die varkenshouders in binnen- en buitenland helpen om hun dieren gezond te houden. “De hele sector drijft tegenwoordig op kennis en innovatie. Het geeft heel veel voldoening om daar mee bezig te zijn. En om van daaruit dan weer de vertaling te maken naar de stal, waar kennis en praktijk samenkomen. Tussen de dieren zijn, het directe contact met de boer: dat blijft toch het allermooiste. En al helemaal zo dicht bij huis, met de boeren van Nederweert.”