Vereniging Boeren van Nederweert geeft boeiende gastles op de Kerneel

Veel kinderen in Nederland hebben geen idee waar hun eten vandaan komt, zo blijkt uit onderzoek. De hoogste tijd om daar verandering in te brengen, vindt de vereniging Boeren van Nederweert. En dus ontwikkelden de lokale boeren samen met Voergroep Zuid en collega-vereniging Boeren van Weert een interactieve presentatie voor basisschoolleerlingen in deze regio. We namen dinsdag een kijkje bij de eerste gastles op IKC de Kerneel in Nederweert.

Leerling Mara heeft een prangende vraag. “U vertelde net dat een koe heel veel gras nodig heeft om melk te kunnen geven. Gras is groen. Hoe kan de melk dan wit zijn.”

Boer Pascal legt het nog eens rustig uit. “Een koe eet elke dag ongeveer 55 kilo ruwvoer. 75 procent daarvan is gras, 25 procent maïs. Daarbovenop eet een koe nog eens 5 kilo krachtvoer. Dat zijn brokken, zeg maar speciale snoepjes die ervoor zorgen dat-ie extra veel melk geeft. Een koe heeft vier magen. Daarin wordt al het eten gemengd en in melk omgezet. En die is wit.” Dan met een knipoog. “Koeienmelk is altijd wit. Een bruine koe geeft namelijk ook geen chocomelk.”

Begrip begint met kennis

De groepen 7A en 7B van IKC de Kerneel in Nederweert krijgen deze dinsdagmiddag les van twee gastdocenten uit de buurt. Pluimveehouder Pascal van den Schoor en varkenshouder Joost van den Broek komen vertellen waar het voedsel vandaan komt dat we dagelijks eten. De melk, de yoghurt, het vlees en de eieren uit de koelkast. Kennis die vandaag de dag niet meer voor elke koter vanzelfsprekend is. Vroeger had iedereen wel een boer in de familie en zagen kinderen spelenderwijs wat er op de boerderij gebeurde. Dat is nu anders. Doordat er veel minder agrariërs zijn, weten niet alle kinderen dat hun hun voedsel op het land en in de stal wordt geproduceerd.

De hoogste tijd dus voor een mini-college, zo vond de vereniging Boeren van Nederweert. Begrip voor de sector begint aan de basis: met kennis. Daar kun je dus niet vroeg mee beginnen. Vanuit die overtuiging verzorgen de lokale agrariërs de komende maanden gastlessen op verschillende basisscholen in de gemeente. In woord en beeld leren zij de kinderen bijvoorbeeld welke producten de koe, het varken, de kip en de geit fabriceren. Wat er allemaal van melk wordt gemaakt. Hoe de kip elke dag een ei produceert. Belangrijk is ook de boodschap dat er in de agrarische sector maar heel weinig wordt verspild. Veel grondstoffen krijgen er een tweede leven. Een deel van het veevoer bestaat bijvoorbeeld uit brood, koekjes en andere restproducten uit de voedingsmiddelenindustrie.

Boer Joost legt uit dat er van een varken of koe na de slacht praktisch niets wordt weggegooid. “Elk onderdeel wordt gebruikt. Het vlees eten we op. Van de haren van een varken worden borstels gemaakt. De huid van een rund zit verwerkt in een leren portemonnee. En uit de huid en de botten wordt bijvoorbeeld gelatine gemaakt, het bindmiddel dat in snoepjes zit.”

Leerzaam en leuk

De gastles blijkt een schot in de roos. Het was niet alleen leerzaam, maar ook nog eens erg leuk. Aan het einde is er nog ruimte voor een paar vragen. “Hoeveel kippen heeft u thuis?”, zo wil een meisje van boer Pascal weten. “Als de stallen vol zijn ongeveer 160.000”, antwoordt de pluimveehouder. “En weet je wat nou zo lastig is?”, zo voegt hij er met een stalen gezicht aan toe: “We moeten alle kippen een naam geven. Ik kan jullie zeggen: daar zijn we wel even mee bezig.” De klas valt even stil. Leerlingen kijken elkaar vragend aan en zelfs juffrouw Nóelia is zichtbaar in verwarring gebracht. “Meent u dat nou echt?
Op het gezicht van boer Pascal verschijnt een brede grijns: “Hahaha, dat was natuurlijk een grapje. Jongens en meisjes: dankjewel voor jullie aandacht!