Pascal en Carla van den Schoor stoppen met hun pluimveebedrijf aan Eindhovensebaan

Vroeger was je boer voor het leven, maar die vanzelfsprekendheid is voorbij. De strenge stikstofregels en de opkoopregelingen van de overheid plaatsen veel veehouders voor een dilemma Ook de agrariërs van de vereniging Boeren van Nederweert staan voor de keuze: stoppen of doorgaan? Pascal en Carla van den Schoor

Na een lange periode van onzekerheid viel afgelopen januari de puzzel voor het echtpaar Van den Schoor in elkaar. De berekeningen klopten, het ministerie gaf groen licht voor de opkoopregeling waarvoor zij zich in de zomer van 2023 hadden aangemeld.
Pascal en Carla zijn inmiddels gestopt met hun pluimveebedrijf aan de Eindhovensebaan in Nederweert. De kippen zijn weg, de stallen schoongemaakt.

Een lastige keuze

Voor Pascal voelt het of er een nieuw leven is begonnen. Bijna dertig jaar lang stond hij bij dag en dauw klaar voor zijn dieren. Zeven dagen in de week. Hij deed het met plezier en overgave, maar tegelijkertijd voelde hij ook de druk die elke ondernemer van een eenmanszaak ervaart. Het werk was er altijd. Fysiek in de stal en daarbuiten in het hoofd. De laatste jaren ergerde Pascal zich meer en meer aan de publieke opinie, het vaak negatieve beeld dat er van de agrarische sector wordt geschetst. “Alles wat je als boer doet, is voer voor discussie. Daar word je op een gegeven moment moe van.”

De vijftig gepasseerd maakten Pascal en Carla samen de balans op. Wat gaan we doen: stoppen of doorgaan? Het was een lang proces van wikken en wegen. Rekenen, sparren. bijsturen, heroverwegen. Met de accountant en met elkaar. Stoppen is makkelijker gezegd dan gedaan. “We hadden geen opvolger, onze kinderen maken andere keuzes. Daarbij staat er in deze tijd ook niet zomaar een koper klaar”, zegt Carla die naast haar baan als doktersassistente in het Weerter ziekenhuis de administratie van het kippenbedrijf verzorgde.

Duidelijkheid

Vanuit die onzekerheid over de toekomst koos het echtpaar er aanvankelijk voor om door te gaan. “Een van de stallen was 24 jaar oud, de inventaris was aan vervanging toe. Begin vorig jaar bespraken we onze investeringsplannen met de broederij waar we onze eendagskuikentjes van kregen. We zagen het helemaal zitten, kregen er nieuwe energie van. Maar met de stikstofcrisis in aantocht durfden we nog niet te investeren. We wilden eerst meer duidelijkheid over wat die nieuwe regels voor ons zouden betekenen. Daarom hebben we tot het laatst alle opties opengehouden.”

pap was hartstikke blij toen hij hoorde dat we gingen stoppen

Die duidelijkheid is er nu. Als piekbelaster (bedrijven met een relatief hoge stikstofuitstoot) kan de familie Van den Schoor gebruikmaken van de landelijke stoppersregeling. Pascal en Carla zijn nu met de gemeente Nederweert in gesprek over een andere invulling van de locatie aan de Eindhovensebaan. Als de sloopvergunning straks is verleend en het bestemmingsplan is gewijzigd, maken de stallen mogelijk plaats voor een nieuw gebouw dat zij als opslagruimte gaan verhuren. “Zeker weten we dat nog niet. We zijn alle mogelijkheden op een rij aan het zetten”, zegt Pascal.

Rust in het hoofd

Het besluit om te stoppen, heeft voor rust gezorgd. Ook bij zijn vader van wie hij het vak van pluimveehouder leerde. “Het klinkt misschien vreemd, maar pap was hartstikke blij toen hij hoorde dat we gingen stoppen. Hij vertelde dat hij bang was geweest dat er met mij iets zou gebeuren en dat Carla alleen met het bedrijf bleef zitten. Nu de puzzel in elkaar is gevallen, is die zorg voorbij.”

Zijn nieuwe leven voelt nu nog onwezenlijk. Na bijna dertig jaar boeren hoeft Pascal niet meer naar de stal. Op vakantie belt er ook niemand voor een storing of een ander probleem. “Daar kan ik wel aan wennen hoor”, zegt hij met een knipoog. “De komende tijd ga ik eens rustig bekijken wat er op mijn pad komt. Niemand hoeft bang te zijn dat ik me ga vervelen. Dat ondernemende zit er nou eenmaal in. Maar nu doe ik even niks. Lekker toeren met de auto. Samen op vakantie. Genieten van een drankje in de tuin. O ja, ik ben ook nog keeperstrainer bij de veteranen van Merefeldia.”

Zijn vrouw Carla kijkt verbaasd: “Keeperstrainer? Daar wist ik niks van.”

Pascal lachend: “Dat kan kloppen. We trainen nooit.”