Door Marcel Warenburg
Naam: familie Linders
Onderneming: Kalverenhouderij ’t Houts (maatschap Weekers-Linders)
We zitten aan de keukentafel bij Wim en Tiny Linders, aan de Leveroysedijk in Nederweert-Eind. Kalverhouderij ’t Houts prijkt er op de voorgevel, verwijzend naar Tiny’s vader ‘Jan van Houts’ die hier in 1966 samen met zijn vrouw Anny begon met zeugen en melkkoeien. Ruim een halve eeuw later runnen Tiny, Wim en hun zoon Leon er een gemengd bedrijf met 1250 rosékalveren en dertig hectaren akkerbouw.
In de zorg voor hun dieren laat de familie Linders niets aan het toeval over. Voor Tiny – ‘de moeder van de kalfjes’ - voelt het als een feestje. Doordat zij dagelijks veel tijd doorbrengt in de stal ziet zij in een oogopslag of de kalveren zich lekker voelen. “Zo kunnen we nog voordat een kalf ziek wordt al voorzorgsmaatregelen nemen, bijvoorbeeld door het dier toe te dekken met een kalverdeken, extra te temperaturen of tijdelijk even apart te zetten. Daardoor hoeven we alleen antibiotica te gebruiken als dat écht noodzakelijk is”, zegt Tiny die naast haar werk in de stal de bedrijfsadministratie voor haar rekening neemt, kalfsvleespakketten verkoopt en excursies verzorgt voor scholen, bedrijven, verenigingen en bezoekers van de jaarlijkse Boeren van Nederweert Dag.
Sinds de zomer van 2019 doet de familie Linders de opfok van kalveren in eigen beheer. In een nieuwe, ruim opgezette stal, worden stierkalfjes van twee tot drie weken oud eerst een aantal weken grootgebracht met melk, waarna ze langzaam overgaan op ruwvoer. Zoon Leon , sinds 2017 in de maatschap, licht toe: “Net als bij een peuter zijn ook voor een kalfje de eerste weken cruciaal in de ontwikkeling. Door de opfok zelf te doen, kunnen we de dieren intensief volgen en op die manier beter sturen op hun gezondheid.”
In dit licht wordt bijvoorbeeld ook het voer voor de kalveren (maïs van eigen land, aangevuld met verschillende verse ingrediënten) dagelijks met grote zorgvuldigheid bereid en is ook het klimaat in de stal tot in de puntjes geregeld. “En dat is heel belangrijk. Als wij niet goed zijn voor onze dieren, zijn de dieren ook niet goed voor ons. Dan kunnen we nooit het hoogwaardige product leveren waar de klant om vraagt. Ons kalfsvlees is botermals, vetarm en rijk aan belangrijke voedingsstoffen. Daarmee past het uitstekend in een gezond eetpatroon”, vertelt Wim, die als akkerbouwer de kalveren van snijmaís, krachtvoer en stro voorziet.
Als wij niet goed zijn voor onze dieren, zijn de dieren ook niet goed voor ons. ”
De kalverhouderij is meer dan alleen hun boterham. “Het verzorgen van de kalveren zit in ons hart. Als je zo intensief voor je dieren zorgt, ontstaat er een band”, zegt Tiny. Natuurlijk is er ook een andere kant en beseft de familie Linders maar al te goed dat de jonge kalfjes die bij hen komen acht maanden later naar de slachterij gaan. Wim: “Dat is en blijft geen fijn moment. Maar het hoort nu eenmaal bij dit vak, bij de opdracht waar we voor hebben gekozen en die we met veel liefde uitvoeren. Onze kalverhouderij kan alleen maar bestaan omdat er wereldwijd vraag is naar kalfsvlees. Als wij geen kalveren houden, doet iemand anders het en misschien niet met diezelfde zorg en aandacht.”
Wim, Tiny en Leon Linders zijn duurzame ondernemers. Ze hebben niet alleen oog en aandacht voor hun dieren, maar ook voor de natuur en voor collega-ondernemers uit de regio. Een aantal jaar geleden ruilde de familie 6,5 hectare landbouwgrond om de verdere ontwikkeling van natuurgebied De Banen mogelijk te maken. Verder ligt het kalfsvlees van Linders als vers streekproduct in de boerderijwinkel van de familie Bollen in Ospel, een collega-Boer van Nederweert.
Over de toekomst van hun kalverhouderij hoeven Wim en Tiny zich geen zorgen te maken. Zoon Leon zet nu al de lijnen uit en lijkt klaar om de maatschap over enkele jaren over te nemen. Als kind stond zijn bestemming al vast, zegt moeder Tiny. “Als er een tractor het erf kwam oprijden, stond Leon er met de neus bovenop en wilde hij alles weten. Met diezelfde passie en nieuwsgierigheid zorgt hij nu voor de kalveren. We zijn blij met hem als toekomstig opvolger. Maar misschien nog wel het meest trots is zijn opa ‘Jan van Houts’, mijn vader naar wie onze boerderij is vernoemd. Hij vindt het geweldig dat zijn kleinzoon zijn levenswerk straks gaat voortzetten.”