Het eerste lustrum is een feit. Ook de vijfde Boeren van Nederweert Dag leverde weer fraaie plaatjes en verhalen op. Verdeeld over verschillende locaties in onze Peelgemeente maakten inwoners zondagmiddag kennis met het boerenleven van nu. We namen een kijkje bij het varkensfokbedrijf van de familie Beerens-Wijen in Nederweert-Eind.
Saar – ‘vijf vingertjes oud’ – staat midden in de kraamstal en heeft een prangende vraag. “Waarom hebben de biggetjes gele oorbellen in?”
Boerin en ‘kraamverzorgster’ Miranda geeft uitsluitsel. “Na de geboorte krijgt elke big zo’n oorbel. Een oormerk. Daarop staat een nummer en dat nummer zetten we in de computer. Zo weten we precies hoe oud het biggetje is en wie zijn vader en moeder zijn. Snap je?” Saar knikt bevestigend. Gehuld in een blauwe overall maakt ze zich op voor het hoogtepunt van de rondleiding. Het aaien en knuffelen van de biggetjes. Samen met haar zusjes Suus (3) en Tesse (1). Leuk, maar toch ook een beetje spannend met al dat gepiep en geknor in de stal.
Voor de familie Van Tuel uit Ospel is de Boeren van Nederweert Dag een terugkerend gezinsuitje. Vorig jaar namen Tom en Sanne hun kroost mee naar het melkkoeienbedrijf van de familie Ketelaers in Nederweert, dit jaar kozen ze voor de varkenshouderij van de familie Beerens-Wijen in Eind. Om er op tijd bij te zijn hadden ze de aanmelddatum zelfs als reminder in de agenda gezet. “Als inwoners van het buitengebied van Ospel vinden we het belangrijk om onze kinderen te laten zien waar ons eten vandaan komt. De gehaktballen en speklappen liggen niet zomaar kant-en-klaar in de supermarkt, daar gaat een heel proces aan vooraf”, zo legt Sanne uit waarom het gezin de hitte heeft getrotseerd voor een bezoek aan de Boeren van Nederweert Dag. Man Tom vult aan: “Zwemmen kan straks ook nog. Eerst informatie, daarna gaan we plonsen.”
Buiten mag het dan tropisch warm zijn, binnen in de stallen is het lekker koel. “De lucht die we binnenhalen, wordt ondergronds gekoeld”, zo verklaren Coen en Miranda het aangename binnenklimaat voor de dieren. Tijdens een rondleiding door hun varkensfokbedrijf mogen bezoekers deze zondagmiddag alles vragen. Het echtpaar Beerens heeft voor niemand geheimen en vertelt gepassioneerd over hun vak.
Met een team van toegewijde medewerkers en weekendkrachten fokken Coen en Miranda zeugen voor diverse collega-varkenshouders in deze regio, onder wie ook enkele ondernemers van de vereniging Boeren van Nederweert. Daarnaast worden in de stallen aan Hulsen pasgeboren biggen grootgebracht tot vleesvarkens. Dit alles gebeurt volgens een strak tijdschema waarbij de gezondheid van de dieren en de omgeving centraal staan en niets aan het toeval wordt overgelaten. Temperatuur, luchtkwaliteit, voeropname; alles wordt geregistreerd.
Veel mensen hebben nog een eenzijdig beeld van de veehouderij, een plaatje dat ze kennen van vroeger. De tijd van krappe, overvolle stallen toen de boer nog al het werk met de hand moest doen. Tijdens de rondleiding bij de familie Beerens-Wijen blijkt maar weer eens dat dit beeld is achterhaald. In hun varkenshouderij worden mens en dier volledig ondersteund door de moderne techniek. Een geautomatiseerd klimaatsysteem van Stienen Bedrijfselektronica uit Nederweert bijvoorbeeld. Twee geavanceerde luchtwassers die stikstof afvangen zodat die weer kan worden hergebruikt als voedingsstof voor planten. En een hypermoderne brijvoerkeuken van waaruit alle dieren centraal worden gevoerd. “Onze varkens krijgen een speciale mix van restproducten uit de voedingsindustrie, zoals afgekeurde friet en aardappelstoomschillen. Dat vinden ze heerlijk en daar groeien ze goed van”, zo legt boerin Miranda uit.
Tom van Tuel neemt de informatie aandachtig in zich op. Vroeger kwam hij wel vaker in de stal. Zijn vrienden hadden een bijbaantje op de boerderij. Maar dat was jaren geleden. “Ongelooflijk hoeveel er is veranderd. Welke innovaties er allemaal zijn bijgekomen. Wat niet is veranderd, is de passie voor het vak, zo heb ik vanmiddag gemerkt. Die druipt er bij Coen en Miranda vanaf. Veeboer ben je 24 uur per dag, je moet er altijd voor je dieren staan. Ik vind het belangrijk om dat gevoel aan mijn kinderen over te brengen. Dat ze leren begrijpen dat het voedsel dat ze eten niet vanzelf op hun bord komt.”
Na twee uur zit de rondleiding erop. De hoogste tijd om te gaan zwemmen, zou je denken, maar nog niet voor Saar. “De biggetjes zijn zo lekker zacht. Mag ik nog één keer aaien?”
Natuurlijk mag dat.
Tekst: Bas Poell